Het is vandaag precies 5 jaar geleden dat we Koopa hebben moeten laten gaan. Hij was zo ziek en op, er was niets meer aan te doen. Ons witte spookje is maar 8 jaar oud geworden en we hadden hem zo graag nog heel lang bij ons willen houden. We waren al heel lang bezorgd om hem: hij at slecht, had altijd diarree en werd zienderogen magerder. We hebben hem helemaal binnenstebuiten laten keren bij onze da, maar er werd niets gevonden. Op maandag 26 augustus 2002 zijn we met hem naar de Faculteit Diergeneeskunde gegaan van de Universiteit Utrecht. Onder narcose werd een biopt genomen van zijn darmen. Koopa woog toen nog maar 2.1 kilo en het was nog maar de vraag of hij uit zijn narcose zou komen. Hij was heel rustig toen we erheen gingen en we hebben nog samen buiten gewandeld in de tuin bij de kliniek. Hij aan zijn tuigje, snuffelend aan alles wat hij tegen kwam. Nog een grote plas voordat we weer naar binnen gingen, dat was zo grappig. Toen hij wakker werd uit zijn narcose en mij hoorde praten, wilde hij hoe dan ook naar mij toe komen, wankelend op zijn pootjes. Thuisgekomen hem helemaal vertroeteld, wachtend op de uitslag.
Om uit te sluiten dat het om een voedsel allergie ging, moest Koopa gekookte struisvogelbiefstuk eten. Hij at heel weinig maar was wel alert. Op woensdag 28 kwam ik laat thuis van een dagje zeilen, bezorgd om Koopa. Bij thuiskomst trof ik Bowser in coma aan, met Koopa in paniek erom heen draaiend. Bowser had een hypo en was al ver weg. Meteen naar de spoedkliniek waar hij uit zijn coma kwam en de nacht moest blijven. Op donderdag 29 werkte ik thuis om op Bowser te letten, hoe hij herstelde van zijn zware hypo. Het ging beter met hem, hij had wel een zware klap gehad. Koopa werd steeds minder, bewoog amper en at niets. Op de kattenbak was het drama, iedere keer als hij geweest was moest de bak compleet verschoond worden.
Op vrijdag de 30e bleef manlief thuiswerken om op beide katten te letten. Bowser herstelde goed, Koopa zakte weg. Ik zat op mijn werk en hoorde alleen maar dat Koopa alleen maar lag, koud was en niet bewoog of wilde eten. Ik ging naar huis omdat ik het niet vertrouwde: bij thuiskomst trof ik Koopa aan in dezelfde stand als waarin ik hem had achtergelaten ‘s ochtends, toegedekt in een trui van mij. Heel hard knorrend, dat wel, maar hij zag er heel slecht uit. Hij wankelde op zijn pootjes naar de keuken en wilde alleen maar achter de koelkast zitten. Toen gingen bij mij de alarmbellen helemaal af: hij was op zoek naar een donker plekje om dood te gaan… Meteen de da gebeld en we konden er heen.
Koopa woog nog maar 1,9 kilo en was op. De da zag ons dilemma maar zei heel eerlijk dat zelfs met pepmiddelen Koopa niet te redden was. Hij was aan het dood gaan. Dat zagen wij ook wel en we hebben de moeilijkste beslissing ooit moeten nemen: hem laten inslapen. Dat ging heel snel en hij is in onze armen naar de regenboog gegaan.
We hebben hem laten cremeren en zijn as uitgestrooid vanaf een brug over de Amstel. Iedere keer als ik daar fiets, groet ik Koopa en huil ik van binnen. Het verdriet slijt maar zal altijd blijven. Dag lieve Koopa, mijn witte spookje met je mooie witte flapjes. Ik hield niet van katten toen ik je leerde kennen maar jij en je broertje hebben mijn hart gestolen.