Broer B. met vrouwlief B. hebben ook 2 pluizige viervoeters rondlopen: Kat en Mus. Mus is een flinke kater, een behoorlijk tonnetje en bomvol energie. Hij is altijd in voor een knuffel, een kopje, eigenlijk voor alle aandacht in het algemeen. Een paar jaar geleden kreeg meneer acute blaasgruis en het werd niet beter. De da heeft toen van Mus een vrouwtje gemaakt om het probleem op te lossen (het is een lang en technisch verhaal, dit is even kort door de bocht de samenvatting van de operatie). Mus knapte daarna goed op, viel zelfs wat af en is weer als vanouds een vrolijk monster.
Mus is er altijd bij, die komt wel kletsen. Dit in tegenstelling tot zijn huisgenoot Kat.
Kat is een schichtige dame, die het liefst vanaf een hoge positie letterljik de kat uit de boom kijkt. Ze wil wel, misschien, maar ze durft niet. Heel af en toe komt ze aanlopen en dan moet je echt niet bewegen want dan schiet ze weer weg. Zo jammer dat ze zo moeilijk te aaien is, want het is een prachtige dame.